Op mijn hoede keek ik op mij heen. Dit was nou inderdaad wat je noemt een zolderruimte. Een 1persoonskamer. En aan de inrichting gezien was de bewoner van deze varkensstal geen nette jongen. Behoedzaam stapte ik over een berg vieze kleren om vervolgens ingesloten te zijn door een heuveltje van restafval van de plaatselijke snackbar aan de ene kant en een wanordelijke stapel muziektijdschriften aan de andere kant. Ergens stond ook een piano met een asbak erop en een halfvolle fles goedkope whisky. In een andere hoek bevond zich een bed en daarop zat een jonge knul in kleermakerszit met een laptop voor zich. De knul zag er verwilderd uit. Het enige kledingstuk dat hij droeg was een kapotte spijkerbroek en aan zijn ribbenkast te zien was het een tijd geleden sinds hij voor het laatst een goede maaltijd had genoten. De knul was verstrooid op de toetsen aan het typen en keek niet op of om. Zelfs niet toen er een kleine muis uit een hoekje kwam rennen en pijlsnel een lege zak chips op de grond inschoot. Als kleine torentjes bevonden zich overal waar ik kon kijken lege of halflege flesjes bier en rond elk van die flesjes hing een wolkje fruitvliegjes. De kamer stonk naar van alles en nog wat en het viel me nu pas op dat het overdonderende geluid om mij heen, waarvan ik in eerste instantie gedacht had dat het gewoon bij het landschap hoorde, in feite afkomstig was uit twee boxen die aan beide kanten van een bescheiden stereotoren, vanaf een lage tafel neerkeken op het geheel.
Mijn ontdekkingsreis vanuit stilstand werd verstoord toen de knul opkeek en zijn gezicht vertrok toch een vriendelijke grimas.
"Hee!" riep hij schor. "Wat doe jij hier, knullemans?"
"O dag", antwoordde ik beleefd - iemand moest immers het goede voorbeeld geven -, "ik ben op reis en onderweg verzeilde ik plotseling hier. Leuke kamer heb je."
"Dank je" zei het ventje en streek door zijn chaotische bos donkere krullen.
Vervolgens viel er een soort stilte. En omdat ik niet van stiltes houdt - daar wordt ik zenuwachtig van - schraapte ik mijn keel. Dit had effect, want de jongen keek weer op.
"Is er iets?" vroeg hij.
"Nee" antwoordde ik naar waarheid, "ik schraapte mijn keel."
"O", zei de jongen. "Rook jij?"
Ik knikte bedeesd en keek toe hoe hij een miezerig sjekkie voor mij rolde.
"Dank je" zei ik. En terwijl ik het ding aanstak pakte de knul de fles van de piano.
"Houdt je van whisky?" vroeg hij.
Ik knikte wederom bedeesd.
"Hier" zei hij en reikte mij de fles aan.
"Heb je een glas ?" vroeg ik dommig.
De jongen keek mij aan en trok zijn rechter wenkbrauw op. Dat schijnt hip te zijn tegenwoordig. "Nee" zei hij met een lachje, "glazen zijn voor homo's".
"Ah ja" knikte ik, en ik nam een flinke slok.
Ik zette de fles weer terug op de piano. "Is er een asbak hier ergens?" vroeg ik.
"Nee niet echt" zei de jongen, "maar doe maar op de grond, ik ga toch morgen stofzuigen."
Ik keek om mij heen. Haren, servetjes, peuken, bierdopjes en oud verpakkingsmateriaal te over. En volgens mij was hier nog nooit gestofzuigd.
"Morgen?" vroeg ik.
De jongen knikte vaagjes en nam een slok. "Ja, of overmorgen. Zoiets."
Ik knikte.
Het bleef weer stil. De jongen keek naar zijn laptop, sloot zijn ogen een kort moment en typte toen als een razende een aantal woorden in. De stilte begon een beetje op mijn keel te drukken en ik vond het hoog tijd om eens van het mooie weer te genieten, buiten.
"Nou" zei ik een beetje verloren.
De jongen keek weer op.
"Ik ga maar weer eens."
De jongen reikte me de fles aan. Ik pakte hem aan en nam nog een flinke slok.
"Nou, tot de volgende keer dan maar" zei de jongen, toen ik hem de fles teruggegeven had.
"Ja, tot de volgende keer" zei ik.
Onderweg naar beneden, de lange trap af door het donker, overviel mij eventjes een vreemd gevoel. Ik draaide me om en keek twijfelachtig naar boven.
Toen liet ik een zacht windje en was het weer over.
vrijdag 31 oktober 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten