woensdag 14 januari 2009

Deel 14

Ik stond voor de deur van de onderdirecteur. Ik had mijn mooiste kleren aan. Mijn kapsel zat geweldig. Ik rook naar een landschap vol lentebloesem. Fief klopte ik op de deur. 'Hallo?' riep ik opgewekt. 'Is daar iemand? Ik ben een schrijver in de dop en ik ben op zoek naar feedback!'
'Binnen!' klonkt het geroutineerd.
Ik opende de deur en een geur van stof en treurnis omarmde mij onmiddelijk. Ik deinsde terug. Ik herkende deze geur. Dit was de geur van begraafplaatsen. Deze geur paste bij de grauwe bloesem boven stille stenen. Ik rilde en voelde mij terstond niet meer op mijn gemak.
'Dag!' sprak ik niettemin dapper. 'Ik ben een schrijver in de dop en ik ben op zoek naar feedback. Kunt u mij helpen?'
De stilte die volgde was bijna lachwekkend. Gelukkig had ik vlak hiervoor twee uur voor de spiegel gestaan om mij voor te bereiden op deze en dergelijke situaties. Ik liet mij zodoende niet uit het veld slaan en stak mijn hand, nog steeds even enthousiast, uit naar de man tegenover mij.
De man tegenover mij: Van top tot teen grijs. Grijs kapsel, grijze oogopslag, grijs gebit, grijze kleding, grijs schoeisel, en jawel: zelfs een grijze achternaam.
'U bent meneer De Grijze?' vroeg ik beleefd.
De man knikte zwijgzaam.
Ik liet mijn nutteloze hand maar weer zakken en keek eventjes nerveus naar links en rechts. Grijze schilderijtjes aan de muren.
'Ik heet Ge...Carl. Carl Piccadilly. Ik ben een...'
'U bent een schrijver in de dop, ik begrijp het.' sprak De Grijze plotseling. 'Ik meen dat u dat al een aantal keer gezegd heb. Wat kan ik voor u betekenen?'
Dit sloeg mij eventjes uit het veld - maar niet lang. Ik rechtte mijn rug en schraapte mijn keel. Ik heb enkele verhalen geschreven en zou ze graag aan u willen lezen. U die zo'n bekende naam is op gebied van schrijven en dergelijke aangelegenheden. Kunt u mij helpen?'
'Geef maar hier' sprak De Grijze. Zijn grauwe vingers wezen op een grijze fauteuil. 'Ga jij daar maar zitten dan krijg je een kopje thee. Houdt je van Earl Grey?'
'Dat is mijn lievelingsthee, dank u. Ziet u. Mijn verhalen zijn stuk voor stuk autobiografisch. Ze gaan over mij. Wat vindt u van autobiografische verhalen?'
'Nutteloos', antwoordde De Grijze terstond. 'De wereld zit al vol leven. Wie zit er te wachten op levens in boeken?'
'Nou goed. Zei ik autobiografisch?' probeerde ik de situatie te redden, 'ze zijn hier en daar wel een beetje surrealistisch namelijk. Soms bijna absurd. Ik weet niet of je het dan nog autobiografisch kan noemen.'
'Het leven is al zo absurd. Wie zit er te wachten op absurditeit in boeken?' kaatste de grijze stem direct terug.
Omdat ik zo snel niets wist te zeggen begon ik een soort brommend geluid te maken, alsof ik mijn omgeving op dierlijke wijze probeerde te beloven dat er straks weer iets nuttigs uit zou komen.
'Waar zit men dan wél op te wachten in boeken?' vroeg ik.
'Men zit überhaupt niet te wachten op boeken. De tijd dat de schrijver het publiek een plezier doet door een boek te schrijven is voorgoed voorbij. Je publiek doet jouw een plezier als ze het wíllen lezen. Ben jij beroemd?'
'Nee' zei ik verslagen.
'Wie is er dan geïnteresseerd in jouw leven behalve mensen die jou kennen? En kennen die mensen jouw leven niet al? Moeten die dat echt nog in een boek lezen? Denk je dat er ook maar iemand is die de moeite wil doen jouw cryptische inside-jokes te ontcijferen? Wees geen jazzmuzikant. Je schrijft voor jezelf. Je moet schrijven voor anderen. En wat willen anderen? Gewoon. Your average soapverhaal. Als het maar dingen zijn die niet in het echt gebeuren. Ontvoeringen. Oorlog. Moord.'
'Die dingen gebeuren wel echt.'
'Niet in Nederland.'
'Moord en ontvoeringen wel.'
'Maar niet in cominatie met erotische fantasieën.'
'Pardon?'
De Grijze stak zijn hand op. 'Laten we niet afdwalen. Dit is het punt. Jij bent onbekend. Er zijn honderden mensen die wél bekend zijn. Het publiek leest liever een autobiografie van iemand die ze al ergens anders van kennen. De televisie bijvoorbeeld. En als je iets absurds wilt doen raad ik je aan om film te gaan maken, of muziek.'
'Waarom?'
'Omdat muziek het voordeel heeft dat men het gewoon luistert. Dat kost geen moeite. Hetzelfde geldt voor film. Kijken en horen zijn passief. Lezen is actief.'
'U zegt heel veel dingen die u niet kunt beargumenteren.'
'Nou en?'
Ik zuchtte diep. 'Ik ga maar weer eens. Ik moet nog een bus halen.'
'Tot ziens maar weer,' zei de Grijze. 'Vergeet niet wat ik nu zeg. Ik ben overal.'
Toen ik de middelbare school verliet, voelde ik mij een leeg A4tje dat uit een kopiëerapperaat kwam rollen. Voor mij uit liepen allerlei mensen die wél bedrukt waren. De inkt was zeker op. Ik sloeg een rijke buurt in en boven mij opende zich een raam. Een mevrouw gooide een emmer afwaswater leeg. Met doorweekte kleren liep ik verder.
Aan de zijkant van een drukke straat, een eindje verderop stonden drie anachronische indianen met platte hoeden en poncho's en stokken. Ik tilde mijn hoed op en wuifde beleefd. Je kan zeggen wat je wil, dacht ik, maar ze hebben wel gelijk gehad.
Ik liep een reiswinkeltje binnen. Ik was aan vakantie toe.

2 opmerkingen:

jesper zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
jesper zei

do you
mis ter
jones