woensdag 4 maart 2009

Deel 15

Binnen werd ik opgewacht door een man, of eigenlijk meer een jongen nog. Zijn haren waren lang en warrig, hij droeg een zwart jasje met een capuchon en had hippe witte allstars. Hij stonk naar oude alcohol, viel me op.
'Wie ben jij?' vroeg ik.
'Wie ben jij?' kaatste hij terug.
'Ja dag. Ik was eerst,' zei ik, 'maar goed, wat jij wil. Ik ben Carl. En wie ben jij?'
'Wie ben jij?' kaatste hij terug.
'Zeg!' riep ik beledigd, 'dit schiet natuurlijk niet op. Ik heb al gezegd wie ik ben. Ik ben Carl. Dus. Wie ben jij!'
'Wie ben jij?' kaatste hij terug. Op de een of andere manier is drie keer altijd scheepsrecht en ik besloot dat het tijd was om het niet meer te pikken. Ik balde mijn vuist met het doel zijn gezicht, dat mij overigens ergens bekend voorkwam, te onderwerpen aan een achterwaards afgespeelde facelift.
'Niet doen', zei hij. De stem klonk vreemd bedaard en ik moet zeggen dat ik heel even uit het veld geslagen was door het feit dat deze kerel ook nog iets anders kon zeggen dan 'wie ben jij'.
Ik liet mijn vuist zakken.
'Ja zeg', mopperde ik, 'je vraagt erom met je "wie ben jij, wie ben jij" of niet soms?'
'Het is een goede vraag', wierp hij tegen.
'Ja', zei ik, 'maar het antwoord is Carl. Of wil je mijn achternaam weten? Piccadilly.'
'Dus jij bent de bestaande mens Carl Piccadilly?'
'Wat is dat voor een rare vraag?'
'Nou?'
'Ja natuurlijk!'
'Hoe heten je ouders?'
'Eh.'
'Waar heb je op school gezeten? Hoe heetten je beste vrienden uit je basisschooltijd?'
'Nou eh.' Ik dacht vliegensvlug na. Hij had me tuk. De laatste tijd zat ik verschrikkelijk met het vacuüm in mijn hersenen. Ik herinner me alles vanaf dat ik op het zojuist geroneveerde station Den Haag Centraal in de trein stapte. Alles daarvoor is vaag. Wie ben ik?'
'Goed. Je hebt een punt' zei ik. En ik probeerde mijn stem stabiel te houden. 'Maar hetzelfde kan ik vragen van jou. Hoe heet je? Wie ben je? Ben jij een bestaand mens?'
'Op het moment niet. Wel bestaand, niet mens.'
'Niet mens?'
'Geen mens. Ik... Goed, houdt je vast. Dit wordt lastig. Als ik je nou vertel dat jij en de hele wereld om je heen een soort sluimerwereld is? Kan je je dat voorstellen? Alles hier, deze reiswinkel, jou kleren, jijzelf, ik, mijn kleren, de buitenwereld is onzichtbaar en niet materieel. De enige reden dat jij het kan zien is omdat jij hetzelfde bent. Goed, nou het wordt moeilijker als je bedenkt dat die sluimerwereld gecreëerd is door een samenwerking tussen één specifiek persoon en een potentieële, telkens veranderende mogelijkheid van andere mensen. En dan vraag jij...'
'Welk specifiek persoon?'
De kerel stapte dichterbij en bracht zijn ogen vlak bij de mijne. 'Kijk door mijn ogen', sprak hij.
Ik deed het. Eerst zag ik niks, dat wil zeggen, ik zag oogwit, groenbruine iris en pupil, kortom oog, maar verder niks. Toen zag iets anders. Ik dacht aanvankelijk dat het gewoon de reflectie was in zijn ogen van de wereld, maar wat ik in zijn ogen zag was iets anders. Ik zag een scherm, een beeldscherm van een laptop. En daarop verschenen woorden en zinnen in een haperende stroom letters. Ik kneep mijn eigen ogen fijn tot kleine puspleetjesntjes. Ik wilde lezen wat er op het scherm verscheen. Ik spande me in tot het uiterste en las: 'Ik spande me in tot het uiterste en las: "Ik spande me in tot het uiterste en las:"'
Ik gaf een schreeuw en deed een stap naar achteren. De jongen keek me raadselachtig aan.
'Jij bent de specifieke persoon die mijn wereld heeft geschreven!' riep ik. 'Jij bent God!'
'Hoho. God ben ik niet. Om in de Christelijke beeldspraak te blijven, ik ben eerder Christus. Ikzelf wordt geschreven op dezelfde manier als waarop jij geschreven bent. Daarbij zijn wij eigenlijk zelfs beide afbeeldingen van de specifieke persoon die ons schrijft, of hoe noem je dat, aftakkingen, mensgeworden abstracties, wat je wilt. Het is niet alsof ik de schrijver ben en plotseling in mijn eigen geschreven wereld sta. Dat is het doorbreken van de ontologische grenzen, en dat is postmodernistisch. En postmodernisme is zó passé, moet je weten. Totaal niet nouveau hip om dat te doen.'
'Goed. Dus jij bent dan, van mijn part, de als het ware inktgeworden mens en ik ben geboren als inkt. Dat verklaart nog niet waarom je hier bent. Waarom ben je inkt geworden? Ben je hier om mij te helpen?'
'Ik ben hier als tegemoetkoming aan de lezer. Kijk. Ik had het over een samenwerking met een potentieële telkensveranderende mogelijkheid van andere mensen. Die andere mensen zijn de lezers, de mogelijke lezers. En dat verklaart waarom dit een sluimerwereld is. Deze wereld bestaat niet, jij bestaat niet, tot je gelezen wordt. Dan wordt je in het leven geroepen. En geloof het of niet. Dan begin je weer op het zojuist gerenoveerde Den Haag Centraal en je eindigt weer hier in deze winkel. En wat doe je in deze reiswinkel?'
'Ik ga vogens mij een kaartje kopen naar Lourdes, met de trein.'
'En waarom ga je naar Lourdes?'
'Geen flauw idee.'
'Ik weet het wél. Daarom ben ik hier. Deze wereld en jouw korte avonturencyclus die daar onderdeel van is héét: 'Op weg naar Lourdes met de trein en andere middelen van beweging'. Het heet zo omdat er sprake is van een experiment. Een vriend van de schrijver had de opdracht bedacht een verhaal te schrijven met die titel. Het was volgens mij aanvankelijk de bedoeling dat het een fictief, grappig en flauw reisverhaal naar Lourdes zou worden. Maar het nam een andere wending. Niks aan te doen. Maar de titel moet ergens op slaan, anders creëren we verwarring. Jij gaat dus naar Lourdes.'
'Het zij zo.'
'Goed, bij deze. Nog een kort woord aan de lezer dan. Mag ik?'
'Ga uw gang.'
'Bijna alle gebeurtenissen in het hiervoor vertelde verhaal zijn verzonnen, sommige herinneringen die Carl ondervindt lijken op herinneringen die op de werkelijkheid berusten (welke werkelijkheid) maar over het algemeen zijn alle gebeurtenissen, en ook alle personages bedacht. Wat wel echt gebeurd is, is het interview met Hendrik Voortwegen. Ik bedank hem namens de schrijver voor zijn medewerking.
Tenslotte de oproep om dit verhaal te lezen zoals je een EP luistert. Je weet wel, een korte CD met liedjes, langer dan een single, maar beduidend korter dan een album. Als De Binnenspeeltuin een album is, is dit een EP. Dus, je luistert er met een half oor naar, leest het met een half oog de eerste keer (die heb je inmiddels achter de rug). Dan wacht je even. bijvoorbeeld een week, of een jaar. Dan luister je, lees je hem opnieuw. Maar deze keer weet je intuïtief al een aantal dingen zodat er sprake zal zijn van herkenning. Je weet het verhaal nog zo ongeveer wel, en je weet nog dat het eindigt op deze manier, en begint op die manier, en dergelijke. Als het goed is luister je er dan dus op een andere manier naar dan de eerste keer, toen alles nieuw was. Misschien lees je dingen of patronen die je eerder niet gezien had. Ik kan hierin wel een klein beetje helpen. Zo is het misschien nuttig om te weten dat ik halverwege het schrijven gedacht heb om het verhaal (door Jesse LaChiffre van te voren de voorgenoemde titel gegeven) 'De Maya's hebben gelijk gehad' te noemen en LaChiffre dus te negeren. Ook is het misschien handig als ik vertel dat als je goed oplet dat je kan zien dat er in elke even paragraaf, twee, vier, zes etcetera, sprake is van een soort, hoe noem je dat gebeurtenis, iets apocalyptisch. Zoals het zinken van Atlantis in paragraaf twee en de komeet die de dinosauriërs uitroeiden in paragraaf zes. Die gebeurtenissen lopen meestal parallel aan het verschijnen van het zinnetje 'De Maya's hebben gelijk gehad' of een variatie daarop. Als je niet weet wat de Maya's voorspeld hebben is vandaag een goeie dag om dat eens uit te zoeken.
Ik draag deze EP op aan Isabel Hoving. En dat ze hem maar vaak aan mag zetten, op vol volume.'

*

3 opmerkingen:

Frans zei

Engelenhoven als filosoof! Heb je De wereld van Sofie gelezen? Daar gebeurt ook zoiets, met lezers en schrijvers en personages die zich bewust worden van elkaar. Maar dit is op een rare manier nog meer meta, omdat het een ontmoeting tussen een ego en een alter-ego is, in plaats van tussen een bebaarde oude schrijver en een fictief meisje.

De vraag is nu natuurlijk of je niet straks bij de Deka of in de Odessa iemand tegenkomt die je vertelt dat hij choreograaf is van een experimentele dansgroep in een hoger niveau van werkelijkheid die jouw leven van begin tot einde heeft gechoreografeerd. Of dat je leven een concept-album van een beginnende band is dat telkens uitgesteld wordt vanwege gedoe met foto's en glasmasters en auteursrechtelijke bescherming.

Dat zou ook een goed verhaal zijn, iemand die van begin af aan weet dat hij geschreven is, maar de auteursrechten van zijn eigen leven wil claimen. Misschien ga ik dat verhaal wel schrijven. Ik ben trouwens De neus van Gogol aan het lezen en die is geniaal dus ga hem lezen als je dat niet al hebt gedaan. Bovendien heb ik Double Fantasy gekocht, en tot mijn schrik vind ik veel van de Yoko-nummers best goed. Proto-new-wave. Yea.

Peace out.

Carl Piccadilly zei

Aha! Dank. Ik wist niet dat jij deze dingen allemaal las. Ik dacht zelfs van niet. Dat maakt mijn dag iets beter. (Mijn dag is kut. Ik moet werken op een negerfeest vol alfamannetjes die coke gebruiken en hash roken in de zaal). Ik moet zo weg. Morgen komt Olaf. Helaas heb ik de grootst mogelijke schijt gehad met mijn fucking teringhuisbaas zodat ik op straat sta als ik 1. nog een keer muziek luister na tienen savonds 2. teveel herrie maak met mijn eigen instrumenten. Dus Olaf neemt zijn gitaar wel mee maar we gaan alleen fluistermuziek luisteren.

Ik heb een nummer geschreven, geinspireerd door de film control (vindt jij het ook niet grappig dat miriam die film heeft gekregen van lara en maria en dat die annikvrouw met wie curtis vreemd gaat, dat haar echte naam is: alexandra maria lara?), misschien vindt jij het wel een leuk nummer.
er is wel een soort joy division sfeer voelbaar.

hoe dan ook, ik ga het album laten horen aan olaf, ik heb het nogsteeds niet gebrand voor je maar wait for it, en olaf laat het zijne horen. hij neemt whisky mee. ik vraag wel aan hem of hij gouwe tip heeft voor die tyfuscrap waarmee we nu zitten te kutten in verband met die shitcd.

van wie is de neus van gogol? ik moet nu elke week een roman lezen, dus dat wordt zomervakantie.
ik vond, kon ik me herinneren de nummers van lennon zwak en die van yoko verschrikkelijk, maar ik het is lang geleden, miriam heeft hem, ik luister hem wel weer eens, zachtjes voor tienen savonds.
verdomme.

Frans zei

De neus van Gogol is de neus van Nikolai Gogol. Proto-Kafka, over een man die op een ochtend wakker wordt en zijn neus kwijt blijkt te zijn.